Bestuurlijk & Werkvloer
Op deze pagina kan zowel de bestuurder en beleidsmaker als de uitvoerder van het beleid zich oriënteren. Wat is bestuurlijk interessant en hoe vertalen die keuzes zich dan in diensten en toepassingen op de werkvloer? Hieronder kan de wethouder een keuze maken uit drie ambitieniveaus en wordt duidelijk wat beleid in de uitvoering zoal kan betekenen.
Als wethouder kan ik inzetten op drie ambitieniveaus:
Niveau
3
Ambities
‘could have’
- Regionaal en landelijk samenwerken om kosten te besparen en op te schalen (Human-capital agenda)
- Europees samenwerken voor koplopersrol, bijdragen aan ontwikkelingen en evenwicht publiek-privaat bij de ontwikkeling van regelgeving en standaarden (publiek-privaat ontwikkelpad)
- Participeren in projecten om slimme kansen lokaal te testen en in te zetten (koplopersrol)
- Regionale en landelijke samenwerking
- Europese samenwerking
- Innovatie, onderzoek en pilots
Niveau
2
Toekomst-bestendig
‘should have’
- Verkeersmanagement als basis voor de uitvoering van multimodaal sturingsbeleid, gerichte monitoring, bijsturen waar nodig en herijken van beleid (bereikbaarheid, leefbaarheid en klimaat)
- Breed inzetten op een vervoersysteem dat past bij de omgeving en aansluit op regio en stad om gebiedsgericht een passende vervoerwijze te faciliteren die past bij de leefomgeving (mobiliteitstransitie)
- Een passend parkeerbeleid dat aansluit bij de multimodale ketenreis en voorziet in slim laden (energietransitie)
- Een logistiek systeem dat aansluit bij de omgeving (slimme logistiek)
- Slim verkeersmanagement
- Slimme vervoersdiensten
- Slim parkeren en laden
- Slimme logistiek
Niveau
1
Basis op orde
‘must have’
- Grip houden op assetbeheer, verkeersveiligheid en routekeuze door digitaal op orde te zijn, met borging van privacy en dataveiligheid en het voorkomen van aansprakelijkheid (digitaliseringsopgave)
- Infrastructuur, beheer en onderhoud dat past bij slimmere voertuigen en verkeersveiligheidsbeleid (slim beheer en onderhoud en risicogestuurde verkeersveiligheidsaanpak)
- Voorkomen van hinder voor verkeer en omgeving door slim plannen, informeren en gedragsverandering (Minder Hinder)
- Integraal, multimodaal sturingsbeleid en monitoring (regionaal netwerkbeleid)
- Digitaal op orde
- Infrastructuur en assets op orde
- Minder hinder
- Multimodaal, regionaal netwerkbeleid en monitoring
Op de afdeling kan ik dit vormgeven door:
De belangrijkste partijen voor informatie en samenwerken:
- De Krachtenbundeling Smart Mobility brengt partijen en kennis bij elkaar die
daardoor efficiënter kunnen werken; - NDW kan jou helpen bij vragen over data;
- Kennisnetwerk SPV kan jou helpen bij verkeersveiligheidsvraagstukken;
- De samenwerking CROW/GNMI/SHPV kan jou helpen bij parkeervraagstukken;
- WOW kan jou helpen bij de human-capital-agenda;
- LVMB kan jou helpen bij de landelijke samenwerking;
- POLIS en het HNP kunnen jou helpen bij de Europese samenwerking.
Niveau
3
Ambities
Regionale en landelijke samenwerking:
Regionaal Tactisch Team - RTT (VM) | Regionaal Data Team (RDT) |
Landelijk Verkeersmanagement Beraad - LVMB
Europese samenwerking:
POLIS-network | ERTICO | Huis van de Nederlandse provincies | EU-projecten
Innovatie en pilots:
Krachtenbundeling Smart Mobility | innovatieprojecten | Kennisontwikkeling | Summalab
Niveau
2
Toekomst-bestendig
Verkeersmanagement:
optimaliseren | informeren | prioriteren | waarschuwen | reguleren | monitoren
Slimme vervoersdiensten:
MaaSdiensten | shuttles | deelmobiliteit | micromobiliteit | vervoer on demand
Slim parkeren en laden:
laadinfra | hubs | vervoersknoopunten | Kennisnetwerk parkeren
Slimme logistiek
Niveau
1
Basis op orde
Digitaal op orde:
DATA top 15 & RTTI | VM-IVRA | ADAS kaart | privacy en security
infra & assets:
iVRI-ready | ISA-ready | ADAS-ready | data uit voertuigen | toelating van voertuigen
Minder Hinder:
incidentmanagement | slim bouwen
Multimodaal, regionaal netwerkbeleid en monitoring:
Regiodesk | T-MaaS | multimodaal netwerkkader
Als wethouder kan ik inzetten op drie ambitieniveaus:
Niveau
3
Ambities
‘could have’
- Regionaal en landelijk samenwerken om kosten te besparen en op te schalen (Human-capital agenda)
- Europees samenwerken voor koplopersrol, bijdragen aan ontwikkelingen en evenwicht publiek-privaat bij de ontwikkeling van regelgeving en standaarden (publiek-privaat ontwikkelpad)
- Participeren in projecten om slimme kansen lokaal te testen en in te zetten (koplopersrol)
- Regionale en landelijke samenwerking
- Europese samenwerking
- Innovatie, onderzoek en pilots
Niveau
2
Toekomst-bestendig
‘should have’
- Verkeersmanagement als basis voor de uitvoering van multimodaal sturingsbeleid, gerichte monitoring, bijsturen waar nodig en herijken van beleid (bereikbaarheid, leefbaarheid en klimaat)
- Breed inzetten op een vervoersysteem dat past bij de omgeving en aansluit op regio en stad om gebiedsgericht een passende vervoerwijze te faciliteren die past bij de leefomgeving (mobiliteitstransitie)
- Een passend parkeerbeleid dat aansluit bij de multimodale ketenreis en voorziet in slim laden (energietransitie)
- Een logistiek systeem dat aansluit bij de omgeving (slimme logistiek)
- Slim verkeersmanagement
- Slimme vervoersdiensten
- Slim parkeren en laden
- Slimme logistiek
Niveau
1
Basis op orde
‘must have’
- Grip houden op assetbeheer, verkeersveiligheid en routekeuze door digitaal op orde te zijn, met borging van privacy en dataveiligheid en het voorkomen van aansprakelijkheid (digitaliseringsopgave)
- Infrastructuur, beheer en onderhoud dat past bij slimmere voertuigen en verkeersveiligheidsbeleid (slim beheer en onderhoud en risicogestuurde verkeersveiligheidsaanpak)
- Voorkomen van hinder voor verkeer en omgeving door slim plannen, informeren en gedragsverandering (Minder Hinder)
- Integraal, multimodaal sturingsbeleid en monitoring (regionaal netwerkbeleid)
- Digitaal op orde
- Infrastructuur en assets op orde
- Minder hinder
- Multimodaal, regionaal netwerkbeleid en monitoring
Op de afdeling kan ik dit vormgeven door:
De belangrijkste partijen voor informatie en samenwerken:
- De Krachtenbundeling Smart Mobility brengt partijen en kennis bij elkaar die
daardoor efficiënter kunnen werken; - NDW kan jou helpen bij vragen over data;
- Kennisnetwerk SPV kan jou helpen bij verkeersveiligheidsvraagstukken;
- De samenwerking CROW/GNMI/SHPV kan jou helpen bij parkeervraagstukken;
- WOW kan jou helpen bij de human-capital-agenda;
- LVMB kan jou helpen bij de landelijke samenwerking;
- POLIS en het HNP kunnen jou helpen bij de Europese samenwerking.
Niveau
3
Ambities
Regionale en landelijke samenwerking:
Regionaal Tactisch Team - RTT (VM) | Regionaal Data Team (RDT) |
Landelijk Verkeersmanagement Beraad - LVMB
Europese samenwerking:
POLIS-network | ERTICO | Huis van de Nederlandse provincies | EU-projecten
Innovatie en pilots:
Krachtenbundeling Smart Mobility | innovatieprojecten | Kennisontwikkeling | Summalab
Niveau
2
Toekomst-bestendig
Verkeersmanagement:
optimaliseren | informeren | prioriteren | waarschuwen | reguleren | monitoren
Slimme vervoersdiensten:
MaaSdiensten | shuttles | deelmobiliteit | micromobiliteit | vervoer on demand
Slim parkeren en laden:
laadinfra | hubs | vervoersknoopunten | Kennisnetwerk parkeren
Slimme logistiek
Niveau
1
Basis op orde
Digitaal op orde:
DATA top 15 & RTTI | VM-IVRA | ADAS kaart | privacy en security
infra & assets:
iVRI-ready | ISA-ready | ADAS-ready | data uit voertuigen | toelating van voertuigen
Minder Hinder:
incidentmanagement | slim bouwen
Multimodaal, regionaal netwerkbeleid en monitoring:
Regiodesk | T-MaaS | multimodaal netwerkkader
Monitoren
Met Smart Mobility oplossingen kunnen overheden een deel van de informatie inwinnen om hun beleid beter vorm te geven. Dit vraagt dan wel om goede afspraken met mogelijke leveranciers en afnemers van deze data en informatie. Overheden zijn via de RTTI verplicht om de data die ze hebben, beschikbaar te maken via een nationaal toegangspunt. Bij het ministerie wordt andersom een monitor bijgehouden van de ontwikkelingen binnen het veld Smart Mobility, waardoor er een beeld ontstaat van de voortgang op de verschillende thema’s en de uitdagingen waar de Rijksoverheid zich voor gesteld ziet.
Reguleren
Smart Mobility oplossingen kunnen onbedoelde negatieve effecten hebben op de maatschappij. Het is aan overheden om dit zoveel mogelijk te beheersen en de burger en reiziger te beschermen. Denk hierbij aan vraagstukken rondom privacy en cybersecurity, maar ook aan de overlast van stepjes en scooters van deelmobiliteitsaanbieders. Andersom kan het soms nodig zijn om ‘goede’ ontwikkelingen via wetten en regels vast te leggen. Zo kan het standaardiseren van data-uitwisseling van vervoersdiensten bijdragen aan een versnelling van de vrije keuze van reizigers in een MaaS-app.
Innovatieprojecten
Het uitvoeren van innovatieprojecten is essentieel om nieuwe oplossingen te kunnen toetsen. Zijn ze praktisch uitvoerbaar? Worden ze geaccepteerd? Daarbij helpen deze projecten om nieuwe vragen te stellen. Hiervoor zijn permanente testfaciliteiten nodig en ook proeftuinen in de openbare ruimte.
Kennisontwikkeling
Om als overheden gezamenlijk zo snel mogelijk te kunnen profiteren van kansen die smart mobility biedt, is het belangrijk om samen de kennis hierover te ontwikkelen. Door kennisplatforms zoals CROW hiervoor in te schakelen, wordt de kennis vanaf het begin gedeeld en is het direct openbaar voor iedereen beschikbaar. Daarbij let CROW erop dat het ook praktisch toepasbaar is, en aansluit op de werkpraktijk van wegbeheerders. CROW voert zelfstandig kennisontwikkeling uit via financiering van FFL, KPP en KpVV, maar staat ook open voor specifieke ontwikkelvragen vanuit andere samenwerkingsverbanden.
SUMMAlab
Met SUMMAlab is een start gemaakt om het gezamenlijk experimenteren en leren van Smart Mobility te verbeteren. In plaats van allemaal hetzelfde experiment op verschillende plekken, kunnen we ook zorgen dat we elkaars data delen, van elkaars ervaringen leren en gestructureerder onze experimenten uitvoeren. Met SUMMAlab is een platform gecreëerd waarin universiteiten, kennisinsitituten en bedrijfsleven samen deze uitdaging oppakken. Dit maakt het uitvoeren van experimenten effectiever en het bespaart veel tijd en geld voor gemeenten om aan een experiment mee te doen.
MaaSdiensten
Mobility-as-a-Service is kortweg het samenbrengen van plannen, reserveren, betalen en bijsturen van een deur-tot-deurreis waarin verschillende vervoersvormen kunnen worden gebruikt in een naadloze keten. Dit kan met een app of andere vormen van ondersteuning. Om dit mogelijk te maken, is het nodig dat de aanbieders van mobiliteitsdiensten eenduidig en open communiceren over de beschikbaarheid van (zit)plaatsen, voertuigen en aanvullende diensten. Maar ook tarieven, al dan niet met korting, en verstoringen in de dienstverlening moeten daarbij beschikbaar zijn. Als deze diensten steeds verder worden geïntegreerd in het aanbod van openbaar vervoer, zullen overheden deels verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit ervan. Dat vraagt om meer betrokkenheid dan alleen het bewaken van de (vrije) markt.
Shuttles
Shuttles zijn (autonome) voertuigen, die in het algemeen op specifieke routes worden gebruikt. Het zijn zogezegde ‘first and last mile’ oplossingen. In Nederland zijn deze oplossingen op meerdere openbare en private terreinen toegepast als experiment. Het langstlopende project is de Rivium Parkshuttle, die nu nog alleen op een eigen afgesloten route rijdt. Het is de ambitie om deze voertuigen steeds meer tussen het verkeer op de openbare weg te laten rijden. Met name op locaties waar de vraag sterk fluctueert en het lastig is om hiervoor personeel in te schakelen vanwege de onregelmatigheid en inroosterbaarheid, is het in potentie een interessante oplossing voor vervoerders.
Deelmobiliteit
Deelmobiliteit bestaat uit het aanbod van voertuigen, zoals auto’s, fietsen en zogenaamde micromobiliteit, die via een platform eenvoudig en voor korte periodes kan worden gehuurd of geleend. De meeste deelmobiliteit wordt aangeboden op of aan de openbare weg. Bij sommige nieuwbouwlocaties is deelmobiliteit voor de inwoners beschikbaar binnen het eigen gebouw. Deelmobiliteit kan op verschillende manieren bijdragen aan maatschappelijke uitdagingen zoals ruimtetekort door parkeren, duurzaamheid, congestie en sociale cohesie. Dit laatste is een positief effect van deelmobiliteitsprojecten die door groepen bewoners zelf worden geïnitieerd.
Micromobiliteit
Micromobiliteit is een verzamelnaam voor nieuwe, vaak kleine, voertuigen die in het straatbeeld verschijnen. De vraagstukken rondom micromobiliteit zijn deels gerelateerd aan deelmobiliteit. Daarbij is met name de hinder van foutief gestalde stepjes etc. een vraagstuk voor gemeentelijke overheden. Daarnaast is er een fundamentele discussie gaande over de verkeersveiligheid van deze vormen van vervoer, variërend van de vraag op welke wijze deze voertuigen moeten worden toegelaten op de openbare weg tot de vraag over de juiste plaats op de weg voor verschillende vormen van (elektrische) micromobilteit.
Vervoer on demand
Vraagafhankelijk vervoer is het geheel aan vervoersdiensten dat op verzoek van de reiziger beschikbaar komt. Veelal zijn dit taxi-achtige toepassingen, die vallen onder de Wet Personenvervoer 2000 (taxiwetgeving). Bijzondere varianten zijn belbussen, haltetaxi’s en zelfrijdende shuttles.
Laadinfra
Met de opkomst van slimmer vervoer is ook een toename van elektrisch vervoer waarneembaar. Het opladen van deze voertuigen is een toenemende uitdaging in relatie tot de belasting van de energienetten. Ook is her en der weerstand waarneembaar tegen de plaatsing van openbare laadpunten.
Bouwhubs
De overlast van bouwverkeer in de stad is een bron van ergernis. Het kan een probleem zijn voor de verkeersveiligheid, maar ook hinder veroorzaken. In sommige steden is het zware bouwverkeer ook een probleem voor het onderhoud van de wegen, bruggen en kades. Met een bouwhub kan meer regie worden genomen over de bouwlogistiek in de stad. Met name als er veel woningen bij moeten komen in drukke steden is dat belangrijk.
Bezorgdienstenregulering
Het snel iets laten bezorgen is voor veel mensen een prettige vorm van dienstverlening. Maar het levert ook de nodige overlast en risico’s op. Veel verschillende (oude) bestelbusjes die door de woonstraten rijden, personeel dat lange werkdagen maakt en vermoeid op de weg is, en relatief jonge werknemers van bezorgdiensten voor fastfood en flitsbezorgers op e-bikes die de stad in worden gestuurd. Maar ook de verdeelpunten leveren toenemende weerstand op: dark stores en ‘verdozing’ van het landschap zijn veel mensen een doorn in het oog. Vandaar dat op sommige plekken de oproep aan overheden is om dit meer te reguleren.