Mobiliteitsdiensten
Opvallende inzichten
Aanbod
Gebruik
Effecten
Mobiliteitsdiensten
Mobiliteitsdiensten
Opvallende inzichten
- Het aantal deelauto’s in Nederland stijgt met 23% t.o.v. 2022. Peer-to-Peer deelauto’s met fysieke sleuteloverdracht zijn niet in deze cijfers opgenomen. Ook het aanbod van
deel(bak)fietsen stijgt. Het totaal aantal deelscooters in 2023 is afgenomen ten opzichte van 2022. - Deelautogebruikers verschillen in kenmerken maar niet in motivaties. De motivatie om gebruik te maken van autodelen komt vooral vanuit duurzaamheidsoverweging, gevolgd door kostenbesparing (niet verantwoordelijk voor aanschaf, onderhoud en andere kosten).
- Het gebruik van deelsystemen in Nederland is iets toegenomen. 17% van de Nederlanders heeft in 2022 gebruik gemaakt van deelmobiliteit. Dit is 2 procentpunt meer dan in 2021. Dit zit met name in het toegenomen gebruik van zowel de deelfiets (+2 procentpunt), deelscooter (+1 procentpunt) als deelauto (+3 procentpunt).
TRENDLIJN AANTAL DEELAUTO’S IN NEDERLAND
BELANGRIJKSTE MOTIEVEN OM GEBRUIK TE MAKEN VAN AUTODELEN
AANDEEL SYSTEMEN DAT GEBRUIKT WORDT, AAN STAAT OF AAN WORDT GEZET (ZELFGERAPPORTEERD)
Mobiliteitsdiensten
Aanbod
Samenwerkingsprogramma Deelmobiliteit
Gestandaardiseerde monitoring in aanbod en gebruikers van deelmobiliteit ontbreekt
Het aanbod en gebruik van deelmobiliteit wordt op dit moment niet gestandaardiseerd gemonitord. Het is daarom lastig om trends en ontwikkelingen te herkennen. De inzichten op aanbod, gebruik en effecten in deze monitor zijn tot stand gekomen door verschillende bronnen met elkaar te vergelijken. Het vergelijken van bronnen wordt bemoeilijkt doordat er verschillende definities van (deel)mobiliteit bestaan.
Op dit moment wordt bijvoorbeeld het totaalaanbod deelauto’s landelijk gemonitord door het CROW. Een dergelijke methode ontbreekt voor deelscooters en deel(bak)fietsen. Het is daarom lastig om de trends in het aanbod, gebruik en effecten te laten zien. Dit hoofdstuk doet een poging om met het combineren van verschillende bronnen tóch iets te kunnen zeggen over trends en ontwikkelingen op het gebied van deelmobiliteit. In de bronvermelding onder figuren wordt zo goed mogelijk weergegeven waar de desbetreffende informatie vandaan komt en hoe er tot een bepaalde weergave gekomen is.
Steeds meer gemeenten, organisaties en aanbieders doen onderzoek onder gebruikers van deelmobiliteit. Afgelopen jaren zijn er verschillende gebruikersonderzoeken uitgezet, die allemaal een andere onderzoeksmethode hanteren. De huidige gebruikersonderzoeken naar deelmobiliteit zijn echter ook niet gestandaardiseerd. Dit zorgt voor fragmentatie in onderzoeksopzet en –methoden. Het maakt dat de resultaten van gebruikersonderzoeken door gemeenten en aanbieders nauwelijks met elkaar te vergelijken zijn.

Nationaal programma Natuurlijk!Deelmobiliteit
In opdracht van Natuurlijk!Deelmobiliteit ontwikkelde I&O Research in november 2023 een standaard vragenlijst en protocol waarmee centraal georganiseerd periodiek gebruikersonderzoek naar deelmobiliteit (deelauto, deelfiets en deelscooter) kan worden uitgevoerd. Dit rapport beschrijft de totstandkoming van de standaard vragenlijst en het protocol voor het uitvoeren van gebruikersonderzoek naar deelmobiliteit. Daarmee biedt het rapport een uitgangspunt om gestandaardiseerd gebruikersonderzoek naar deelmobiliteit op te starten.
Het periodieke onderzoek moet inzichtelijk maken wat de ontwikkeling en de effecten van deelmobiliteit zijn. Dit draagt bij aan het integreren van deelmobiliteit binnen het bestaande mobiliteitssysteem. Een tweede doel is (sturings-)informatie ophalen door middel van het uitvragen van ervaringen, overwegingen en gedrag van gebruikers.
Aantallen en vormen deelauto’s
Het aantal deelauto’s in Nederland stijgt met 23% t.o.v. 2022
Het totaal aantal deelauto’s (exclusief Peer-to-Peer met fysieke sleuteloverdracht) in Nederland is met 23% gestegen in 2023, van 6.442 in 2022 naar 7.920. De top 10 van aantallen deelauto’s per 100.000 inwoners per gemeente in 2023 ziet er hetzelfde uit als in 2022. Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag voeren in dezelfde volgorde de ranglijst aan. Eindhoven en Nijmegen zijn opgeklommen naar respectievelijk plek 5 en 6. Per 100.000 inwoners wordt de top 10 gemeenten aangevuld met Ouder-Amstel, Diemen, Bunnik, Culemborg en Delft.
Bijna de helft (48%) van alle deelauto’s in de onderzochte categorieën is elektrisch. Dit aandeel is met 38% gestegen ten opzichte van 2022. Het tempo van elektrificering ligt hoger dan het Nederlandse wagenpark, waar het aandeel elektrische personenauto’s 7% is. Daarnaast is de gemiddelde leeftijd van deelauto’s ruim lager dan het gemiddelde van het Nederlandse wagenpark. Waar ruim de helft van de 11 miljoen personenauto’s en bedrijfswagens meer dan tien jaar oud is. Daarnaast is de penetratiegraad van rijhulpsystemen bij deelauto’s hoger dan in het Nederlandse wagenpark. Van de P2P-auto’s met fysieke sleuteloverdracht is 9% elektrisch of hybride.
TRENDLIJN AANTAL DEELAUTO’S IN NEDERLAND
Figuur 41 – Trendlijn aantal deelauto’s in Nederland 1
Peer-to-Peer (P2P) autodelen is een vorm van autodelen waarbij particulieren hun eigen auto verhuren via een platform. P2P-deelauto’s met fysieke sleuteloverdracht zijn niet in de CROW-cijfers meegenomen. De gegevens hierover zijn niet altijd beschikbaar en het aantal deelauto-initiatieven fluctueert. Dit bemoeilijkt het labelen van een auto als deelauto en het tellen van deze voertuigen. Voor een zo zuiver mogelijk databestand telt CROW deze groep sinds 2022 niet meer mee. Later in de monitor wordt er verwezen naar het KiM-onderzoek: Peer-to-Peer autodelen in Nederland, hier wordt wél op deze groep deelauto’s ingezoomd.
Binnen het CROW-databestand worden vier categorieën deelauto’s onderscheiden:
- Roundtrip carsharing, je brengt de deelauto terug naar de plek waar je hem hebt opgehaald;
- Free-floating carsharing, je laat de deelauto achter op de plek naar keuze, binnen het servicegebied;
- Community based, een vaste groep deelt een deelauto binnen een gesloten pool gebruikers;
- Keyless Peer-to-Peer is het delen van een privéauto met anderen via een platform.
GEMEENTEN TOP 10, AANTAL DEELAUTO’S PER 100.000 INWONERS
Figuur 42 – Gemeenten top 10, aantal deelauto’s per 100.000 inwoners 17
Aantallen deeltweewielers
Vanwege het ontbreken van een gestandaardiseerd meetmethode voor aanbod, gebruik en effecten bij deelmobiliteit baseren de volgende slides zich op inschattingen.
Aantal deelscooters in 2023 met ongeveer 29% afgenomen t.o.v. 2022
Deelscooters worden door verschillende aanbieders in Nederland aangeboden. Hier hebben zij een gemeentelijke vergunning voor nodig. De aanbieders zijn Felyx, Check en GoSharing. In 2023 waren er 10.524 deelscooters in Nederland. Op 1 januari 2022 waren dit er nog 14.897.
Het beleid van de G4 over deelscooters verschilt van elkaar. Amsterdam, Rotterdam en Den Haag breiden het aanbod van deelscooters in hun gemeenten uit. Utrecht heeft sinds 2023 de vergunningen voor deelscooters niet verlengd en daarmee zijn er geen deelscooters meer beschikbaar in de stad.
Aantal deelfietsen in Nederland stijgt gestaag, deelbakfietsen in opmars
Deelfiets
Deelfietsen worden door verschillende aanbieders in Nederland aangeboden. Elke gemeente beslist zelf welke aanbieders zij toelaat binnen de gemeente. Aanbieders zijn TIER, Donkey Republic, Urbee, Bondi, Hely, Go Sharing, Moveyou, Dott, Bolt, Bird, Uwdeelfiets, Lie, Keobike en Cykl. De NS is met de OV-fiets de grootste aanbieder van deelfietsen. Op dit moment zijn er ongeveer 21.500 OV-fietsen beschikbaar, op 291 locaties in Nederland. Het totaal aantal deelfietsen ligt volgens het CROW op 26.676. In 2022 waren dit er nog 24.907. Dit is een stijging van ongeveer 7%.
Deelbakfiets
Ook deelfietsen worden in verschillende gemeenten aangeboden. Er zijn twee aanbieders, namelijk Cargoroo en Baqme. In 2022 waren er in totaal 648 deelbakfietsen aanwezig, in 2023 is dit aantal gestegen naar 931. Dit is een stijging van ongeveer 43%.

Aanbod slimme mobiliteitstoepassingen in woon-werkverkeer
Hybride werken heeft een belangrijke positie in het aanbod binnen de werkgeversbenadering
Binnen werkgeversnetwerken of werkgeversbenaderingen werken regionale overheden samen met werkgevers, maatschappelijke organisaties, onderwijsinstellingen en het Rijk aan de transitie naar slimmere en duurzamere mobiliteit. Naar schatting zijn 840.000 werknemers zijn in Nederland via hun werkgever aangesloten bij een werkgeversbenadering. Regionale werkgeversnetwerken inspireren en adviseren werkgevers in het netwerk over het stimuleren van thuiswerken, duurzaam reizen en kostenbesparend mobiliteitsbeleid.
Er zijn 20 Smart Mobility maatregelen afgebakend en vervolgens ingedeeld in vijf categorieën.
- Mobiliteitsdiensten: MaaS-abonnement, NS business card, carpoolplatform, deelauto-abonnement voor werknemers, deelfietsabonnement voor werknemers, deelauto’s bij kantoor, deelfietsen bij kantoor;
- Stimuleren en belonen: campagne voor het stimuleren van gebruik van deelmobiliteit, campagne fietsgebruik, campagne ov-gebruik, fietsstimuleren via apps, beloningsprojecten voor duurzaam reizen;
- Hybridewerken: beleid voor hybride werken, faciliteiten voor hybride werken, werken via vergaderhubs, dynamische arbeidsvoorwaarden;
- Flexibel vergoeden: extra vergoeden van fietsgebruik, bieden van flexibele vergoedingsvoorwaarden;
- Monitoren en inzicht: platform voor overzicht van ritten en uitstoot, systematiek voor rapportageverplichting werk-gebonden personenmobiliteit.
AANDEELWERKNEMERSDATWORDTBEREIKTMET EENSMART MOBILITY MAATREGEL
(IN % VAN ALLE WERKNEMERSAANGESLOTENBIJEENWERKGEVERSBENADERING, GEMIDDELDEN VOORZIENVAN BANDBREEDTES)
Figuur 43 – Aandeel werknemers dat wordt bereikt met een Smart Mobility maatregel 21
AANDEEL MAATREGELEN WAARVAN AANBOD BEKEND IS (PER TYPE)
Figuur 44 – Aandeel maatregelen waarvan aanbod bekend is (per type) 21
AANBODMAATREGELEN
Figuur 45 – Aanbod maatregelen 21
Mobiliteitsdiensten
Gebruik
Ontwikkeling gebruik deelmobiliteit
Gebruik deelmobiliteit neemt met 2 procentpunt toe in 2022 ten opzichte van 2021
Het gebruik van deelsystemen is in 2022 met 2 procentpunt toegenomen ten opzichte van 2021. Een meerderheid (83% t.o.v. 85% in 2021) maakt in 2022 echter nog geen gebruik van deelmobiliteit (bevolking 18+). Dit zit met name in het toegenomen gebruik van zowel de deelfiets (+2 procentpunt), deelscooter (+1 procentpunt) als deelauto (+3 procentpunt). Bij de “andere” vormen van deelmobiliteit wordt door de respondenten onder andere een aantal keren de (deel/regio)taxi/Valys genoemd.
Opvallend is dat degenen die gebruik maken van deelmobiliteit relatief vaak meerdere vormen gebruiken. De meerderheid (65%) gebruikt weliswaar maar één vorm, maar een vrij grote groep (35%) meerdere vormen, waardoor het gemiddeld aantal vormen deelmobiliteit dat gebruik wordt op bijna 1,5 per persoon ligt. Jongeren (18-30 jaar), hoogopgeleiden en mannen gebruiken (significant) vaker meerder vormen van deelmobiliteit.
GEBRUIKERS VAN VORMEN DEELMOBILITEIT
Figuur 46 – Gebruikers van vormen deelmobiliteit 22
Gebruikers deelmobiliteit doen dit over het algemeen minimaal één keer per jaar
Degenen die wel gebruik maken van deelmobiliteit doen dit over het algemeen tussen 1 keer per jaar en 1 keer per maand. Enigszins opvallend is dat het aandeel “minder dan 1 keer per jaar” is gestegen bij zowel de deelfiets als de deelscooter. Er zijn dus weliswaar meer gebruikers van deze vormen van deelmobiliteit bij gekomen, maar dit lijken vooral incidentele gebruikers te zijn.
FREQUENTIE GEBRUIK DEELMOBILITEIT
Figuur 47 – Frequentie gebruik deelmobiliteit 22
Motivatie voor gebruik autodelen
Zes groepen autodelers in Nederland
Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) onderscheidt zes groepen autodelers in Nederland. De grootste groep deelautogebruikers zijn de welvarende gezinnen, namelijk 33%. Er zijn vier middelgrote groepen, namelijk 50 plussers zonder kinderen (18%), benedenmodaal in de buitenwijk (17%), autovrije yuppen (14%) en binnenstedelingen (14%). Er is één kleinere groep met 5% van de autodelers, namelijk jonge singles.
Het KiM-rapport laat zien dat deelautogebruikers verschillen in kenmerken maar niet in motivaties. De 6 groepen blijken nauwelijks van elkaar te verschillen als het gaat om hun motivatie om deelauto’s te gaan gebruiken. Alle doelgroepen motiveren het autodelen vooral vanuit duurzaamheidsoverwegingen, gevolgd door kostenbesparing. Sociale motieven (zoals buurtgenoten helpen of nieuwe mensen leren kennen) herkent geen van de doelgroepen echt als reden om te gaan autodelen.
In het onderzoek van I&O wordt door 44% het niet zelf verantwoordelijk zijn voor de aanschaf, onderhoud en kosten als motief genoemd om gebruik te maken van autodelen. Andere motieven die veel worden genoemd is dat autodelen minder duur is (34%), bijdraagt aan het algemene milieubewustzijn (29%), duurzamer is in gebruik (28%) en minder milieubelastend (27%). Respondenten konden meerdere antwoorden geven op de stellingen.
BELANGRIJKSTE MOTIEVEN OM EVENTUEEL WEL GEBRUIK TE MAKEN VAN AUTODELEN
Figuur 48 – Belangrijkste motieven om eventueel wel gebruik te maken van autodelen 23
Verschillende redenen voor autodelen onder huishoudens mét en zonder eigen auto
Uit het landelijk reizigersonderzoek (LRO) komt een duidelijk verschil in redenen voor autodelen naar voren tussen huishoudens waar (nog) geen auto aanwezig is en huishoudens waar dat wél het geval is. Respondenten uit een huishouden zonder auto noemen vaker expliciet niet de beschikking te hebben over een auto, minder vaak een auto nodig te hebben en het minder gedoe te vinden dan een eigen auto. Ook noemen ze een deelauto in meer gevallen sneller dan het OV, in vergelijking tot huishoudens waar wel een auto aanwezig is. Deze laatste groep noemt vaker kosten, handig als tweede auto, parkeren en het uitproberen van elektrisch rijden als reden een deelauto te gebruiken.
REDEN GEBRUIK DEELAUTO
Figuur 49 – Redenen gebruik deelauto
Redenen om geen gebruik te maken van deelmobiliteit
Grote groep mensen ziet geen reden tot gebruik deelmobiliteit
De voornaamste reden om geen gebruik te maken van deelmobiliteit is dat dit nog niet eerder nodig is geweest. In 2022 geldt dit voor 65% van de niet-gebruikers, in 2021 was dit 62% en in 2020 was dit 66%. Er is een groep die aangeeft deelmobiliteit te veel gedoe te vinden (ruim 20%) of er te weinig van te weten (14%, een afname t.o.v. 2021 en 2020). Ook zijn er in 2022 minder mensen die zeggen dat er geen aanbod is van deze vormen van deelmobiliteit in hun omgeving (12%). De prijs blijft een relatief weinig genoemde reden om geen van deze deelsysteem te gebruiken (7%).
REDENEN GEEN GEBRUIK DEELMOBILITEIT (DEELFIETS, DEELSCOOTER, CARPOOLEN)
Figuur 50 – Redenen geen gebruik deelmobiliteit (deelfiets, deelscooter, carpoolen) 22
Bezit van een eigen auto grootste reden om deelauto’s links te laten liggen
Ruim 80% van de respondenten geeft aan zelf al over een auto te beschikken, 18% heeft het nog nooit overwogen en 13% vindt het teveel gedoe en 11% geeft aan vaak een (eigen) auto nodig te hebben. Andere redenen worden minder vaak genoemd. Evenals in figuur 50 worden kosten door een relatief kleine groep (8%) genoemd als reden geen gebruik van deze vormen van autodelen gebruik te maken. Bij de andere redenen wordt onder andere het niet (meer) willen autorijden of fysieke redenen een aantal keren genoemd.
REDENEN GEEN GEBRUIK DEELAUTO
Figuur 51 – Redenen geen gebruik deelauto 23
Gebruik deelscooter en -fiets
Deelscooter populair vanwege flexibiliteit en snelheid
In 2022 is er meer dan 64 miljoen kilometer op deelscooters afgelegd. Gemiddeld maakt elke gebruiker een rit van 3.5 kilometer. Gebruikers van deelscooters zijn over het algemeen jong; ongeveer 70% van de gebruikers is jonger dan 35 jaar. De scooters worden voornamelijk gebruikt in de gemeente waar de gebruikers zelf wonen; 71% van de gebruikers rijdt alleen met de scooter in zijn of haar eigen gemeente. De deelscooters worden vooral gebruikt vanwege de snelheid en flexibiliteit, respectievelijk 85% en 62%. Daarnaast geeft ruim 50% aan het ook een leuk vervoersmiddel te vinden. De prijs van een rit (13%) of de duurzaamheidsaspecten (18%) spelen maar beperkt een rol.
LEEFTIJD GEBRUIKERS DEELSCOOTERS
Figuur 52 – Leeftijd gebruikers deelscooters 18
ERVAREN KWALITEITSASPECTEN VOOR DEELSCOOTERS
Figuur 53 – Ervaren kwaliteitsaspecten voor deelscooters 18
Aantal ritten met OV-fiets neemt toe
Er zijn geen goede data over het aantal aangeboden deelfietsen en het gebruik hiervan in Nederland. Daarom is het lastig om in te schatten hoeveel deelfietsen er in Nederland operationeel zijn en worden gebruikt. Het Dashboard Deelmobiliteit van het CROW geeft een overzicht van verschillende aanbieders en aantallen, maar niet alle aanbieders leveren (volledige) data aan.
Afgelopen vijf jaar stegen de aantallen OV-fiets ritten van 1,5 miljoen in 2014 naar 5,3 miljoen in 2019. Door Corona daalde het aantal OV-fietsritten in 2020 naar ruim 3 miljoen. Reizigers maakten in 2023 5,9 miljoen ritten.
TOTAAL AANTAL OV-FIETSEN EN RITTEN
Figuur 54 – Totaal aantal OV-fietsen en ritten 20
LOCATIE VAN GEBRUIK DEELSCOOTERS
Figuur 55 – Locatie van gebruik deelscooters 18
Gebruik slimme mobiliteitstoepassingen in
woon-werkverkeer
Van veel soorten Smart Mobility maatregelen is het gebruik nog niet goed vast te stellen
Maatregelen in de categorie flexibel vergoeden worden relatief veel worden aangeboden en relatief goed gebruikt. Hoewel mobiliteitsdiensten en maatregelen in de categorie stimuleren en belonen nog relatief weinig worden aangeboden, worden deze goed gebruikt.
Van diverse soorten maatregelen is momenteel het gebruik en effect nog niet goed vast te stellen. Dit betreffen maatregelen aangaande hybride werken en monitoren en inzicht. Deze maatregelen worden wel veel aangeboden, maar toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen in hoeverre deze worden gebruikt en wat effecten zijn van het gebruik van deze maatregelen.
AANDEEL WERKNEMERS DAT GEBRUIK MAAKT VAN EEN SMART MOBILITY MAATREGEL
(IN % VAN ALLE WERKNEMERS AANGESLOTEN BIJ EEN WERKGEVERSBENADERING, GEMIDDELD EN VOORZIEN VAN BANDBREEDTES)
Figuur 56 – Aandeel werknemers dat gebruik maakt van een Smart Mobility maatregel 21
AANDEEL MAATREGELEN WAARVAN GEBRUIK BEKEND IS (PER TYPE)
Figuur 57 – Aandeel maatregelen waarvan gebruik bekend is (per type) 21
GEBRUIKMAATREGELEN
Figuur 58 – Gebruik maatregelen 21
Mobiliteitsdiensten
Effecten
Effecten van autodelen
Peer-to-Peer gebruikers doen auto’s weg, Business-to-Consumers gebruikers nog vaker
Uit het onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) naar Peer-to-Peer (P2P) autodelen blijkt dat huurders van P2P-deelauto’s hun autobezit verlagen met gemiddeld 30%vanaf het moment dat ze beginnen met autodelen. Bij Business-to-Consumers (B2C)-autodelers, is de afname van het autobezit twee keer zo hoog, namelijk 61%. De twee jongste groepen, waarbij P2P-autodelen het populairst is, zijn ook de groepen die relatief minder auto’s wegdoen. Onder hen zijn relatief veel gebruikers die autodelen gebruiken als alternatief voor het OV.
Uit het Landelijk reizigersonderzoek (2022) blijkt dat bij iets meer dan een derde van de gebruikers van de verschillende vormen van autodelen, het autodelen geen effect heeft op het autobezit (36%: evenveel eigen auto’s). Een even grote groep zegt dat men (nog) geen eigen auto heeft aanschaft. Een klein deel (9%) geeft aan een auto te hebben aangeschaft of juist te hebben weggedaan (19%) door gebruik van een deelauto. Bij het meenemen van de gebruikers van alle vormen van autodelen in 2022 (N=762) is het aandeel “Evenveel eigen auto’s” overigens iets groter (43%) en zijn de andere aandelen lager.
DOOR HET GEBRUIK VAN EEN DEELAUTO HEB IK…
Figuur 54 – Totaal aantal OV-fietsen en ritten 20
Deelauto is alternatief voor privéauto, maar ook voor openbaar vervoer
Ruim een derde van alle autodelers gebruikt de deelauto in plaats van een privéauto, en meer dan de helft maakt wel eens een rit met de deelauto die ze voorheen met het ov hadden gemaakt. Dit is het geval voor zowel P2P- als B2C-autodelers. De categorie autovrije yuppen en jonge singles gebruiken de deelauto het vaakst als vervanging voor het openbaar vervoer (OV), en zelden als vervanging voor de eigen auto. Bij de andere groepen is de deelauto wel vaker een alternatief voor een privéauto.

Figuur 60 – Zes groepen autodelers in Nederland 24
Autodelen draagt bij aan het veranderen van de mobiliteitscultuur
De deelautoritten worden vaak gebruikt ter vervanging van het gebruik van een eigen, geleende of gehuurde auto (38%) of ter vervanging van het openbaar vervoer (35%), zoals weergegeven in figuur 60. Uit verschillende internationale onderzoeken blijkt dat door autodelen het autobezit en het aantal autokilometers daadwerkelijk afneemt. Dit geldt ook voor Nederland.
ALTERNATIEVE VERVOERSWIJZE VOOR DEELAUTO
Figuur 61 – Alternatieve vervoerswijze voor deelauto 25
Uit het Landelijk reizigersonderzoek (LRO) blijkt dat het gebruik van een deelauto voor 60% tot 72% van de gebruikers ervan geen effect gehad op het aantal ritten dat met een ander vervoermiddel wordt gemaakt. In de categorieën OV, Taxi, fiets en carpoolen (gebracht met auto) lijkt wel een substitutie effect plaats te vinden, deze modaliteiten worden minder gebruikt door deelauto’s.
EFFECT VAN GEBRUIK DEELAUTO OP GEBRUIK ANDERE VERVOERMIDDELEN
Figuur 62 – Effect van gebruik deelauto op gebruik andere vervoermiddelen 22
Effecten van deelscooters
Effecten van deelscooters op modaliteitskeuze
Van de deelscootergebruikers heeft 80% de beschikking over een fiets en 50% zegt een auto ter beschikking te hebben. De constatering dat deelscooters een substitutie-effect hebben op voornamelijk fiets en OV wordt onderschreven. Bij afwezigheid van deelscooters maakt 60% van de mensen (onder anderen) ritten met de fiets die ze anders met de deelscooter hadden afgelegd, idem voor het OV.
Ten opzichte van het OV wint de deelscooter het voornamelijk op flexibiliteit en snelheid. Daarin kunnen OV en deelscooter elkaar ook aanvullen (bijvoorbeeld in de avonduren wanneer er minder OV rijdt). 25% van de respondenten had (onder anderen) ritten met de auto gemaakt die ze nu met de deelscooter maken.
HAD U EEN VAN DE VOLGENDE VOERTUIGEN AANGESCHAFT ALS ER GEEN DEELSCOOTERS WAREN GEWEEST?
Figuur 63 – Had u een van de volgende voertuigen aangeschaft als er geen deelscooters waren geweest? 18
MOTIEF OM VOOR EEN DEELSCOOTER TE KIEZEN
Figuur 63 – Had u een van de volgende voertuigen aangeschaft als er geen deelscooters waren geweest? 18
Effecten van deelscooters op voertuigbezit
Wanneer er geen deelscooters waren geweest, geeft 34% procent aan een voertuig aan te schaffen. De helft van deze groep (17%) zou een eigen scooter kopen, gevolgd door een auto (9%), een motor (7%) en een fiets (1%). 5% geeft aan vanwege de aanwezigheid van deelmobiliteit zijn/haar (tweede) auto te hebben weggedaan en een andere 4% zegt te overwegen zijn/haar auto weg te doen.
BIJ AFWEZIGHEID VAN DEELSCOOTERS, WELKE MODALITEIT HAD U ANDERS GEBRUIKT?
Figuur 65 – Bij afwezigheid van deelscooters, Welke modaliteit had u anders gebruikt? 18
Slimme mobiliteitstoepassingen in woon-werkverkeer
Effecten werkgeversmaatregelen
Van diverse soorten maatregelen is momenteel het gebruik en effect nog niet goed vast te stellen. Dit betreffen maatregelen aangaande hybride werken en monitoren en inzicht. Deze maatregelen worden wel veel aangeboden, maar toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen in hoeverre deze worden gebruikt en wat effecten zijn van het gebruik van deze maatregelen.
Maatregelen in de categorie flexibel vergoeden bereiken het grootste effect. Hoewel mobiliteitsdiensten en maatregelen in de categorie stimuleren en belonen nog relatief weinig worden aangeboden, worden deze goed gebruikt en bereiken zij bovendien ook effect.
EFFECTEN VAN GEBRUIK SMART MOBILITY MAATREGEL
(MET EEN MARGE VAN HET MINIMALE EN MAXIMALE AANBOD VAN DE WERKGEVERSBENADERING BIJ DE REGIO’S.)
Figuur 66 – Effecten van gebruik Smart Mobility maatregel 21
AANDEEL MAATREGELEN WAARVAN EFFECT BEKEND IS (PER TYPE)
Figuur 67 – Aandeel maatregelen waarvan effect bekend is (per type) 21
EFFECT MAATREGELEN
Figuur 68 – Effect maatregelen 21
Mobility as a Service
Onderzoek Mobility as a Service (MaaS)
Mobility as a Service (MaaS) is een mobiliteitsconcept op het gebied van personenmobiliteit waarbij gebruikers via één platformdienst toegang hebben tot meerdere soorten vervoersmiddelen. Met de MaaS-app kan de gebruiker reizen plannen, boeken en betalen voor meerdere modaliteiten. In 2017 is in Nederland het MaaS-programma van start gegaan waarin Rijk, regio’s en commerciële dienstverleners participeerden om MaaS een breed gedragen start te geven.
Op basis van de beschikbare klant- en ritdata van MaaS-dienstverleners is er door TNO een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van MaaS. Dit is de eerste keer dat de effecten van MaaS grootschalig gemonitord zijn op basis van data. In 2022 waren de MaaS applicaties nog in ontwikkeling en was het nog niet mogelijk om alle wijzen van vervoer te ontsluiten. Toch worden de applicaties door de gebruikers relatief positief beoordeeld. Meer dan 70% van de respondenten waardeert het inzicht in de verschillende vervoerswijzen. Ook gemak en betrouwbaarheid wordt gewaardeerd. Meer dan 60% van de respondenten zou de app aanbevelen bij vrienden. Echter geeft ook de helft van de respondenten aan dat de app hen niet stimuleert op andere tijden te reizen.
ERVAREN REIZEN EN BEREIKBAARHEID
Figuur 69 – Ervaren reizen en bereikbaarheid 26
Gedragsverandering door gebruik MaaS-app
Wanneer het totaal aantal keren dat de app is gebruikt wordt uitgedrukt per reismotief per maand, dan levert dit het beeld op zoals aangegeven in figuur 69. Het totaal is redelijk verdeeld over de motieven, met een (kleine) uitschieter voor het motief ‘Woon-werk’ (27%). Het minst vaak is de app gebruik voor ‘zakelijke reizen’ (16%).
Uit het onderzoek van TNO blijkt dat voor ongeveer de helft van de gebruikers het reisgedrag door het gebruik van MaaS verandert. Een groot deel hiervan geeft aan wel eens met andere vervoersmiddelen te reizen. In kleine mate leidt het gebruik van MaaS ook tot reizen op andere tijdstippen (2%) of meer ketenverplaatsingen (3%) (een verplaatsing waarbij meer dan één vervoerswijze wordt gebruikt).
Belangrijk op te merken is dat deze vraag is gesteld op een moment dat de reizigers nog niet lang gebruik hebben gemaakt van de app.
GEBRUIK MAAS-APP
Figuur 70 – Gebruik MaaS-app 26
REISGEDRAG NA GEBRUIK APP
Figuur 71 –Reisgedrag na gebruik app 26
Bronvermelding | Mobiliteitsdiensten
Nummer | Naam bron | Jaartal | Website |
---|---|---|---|
16 | I&O Research Standaardisatie Onderzoek Deelmobiliteit | 2023 | Link |
17 | CROW Dashboard Autodelen | 2023 | Link |
18 | Movares-Synthese Deelmobiliteit | 2023 | Link |
19 | KiM -Deelauto-en deelfietsmobiliteit in Nederland, ontwikkelingen, effecten en potentie | 2021 | Link |
20 | NS Jaarverslag | 2023 | Link |
21 | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat -FactsheetSmart Mobility Maatregelen bij werkgevers binnenwerkgeversbenaderingen | 2024 | Opvraagbaar |
22 | Landelijk Reizigersonderzoek | 2022 | Link |
23 | I&O Autodelen in Nederland | 2022 | Link |
24 | KiM -Peer topeer autodelen in Nederland | 2023 | Link |
25 | RWS –FactsheetAutodelen | 2023 | Link |
26 | TNO -Datagedrevenmobiliteitsdiensten | 2024 | Opvraagbaar |